Kees als mister.
In 1980 kwam Kees na wat omzwervingen in Ouddorp en Eindhoven in Dommelen op Schepelweyen terecht. Tegelijk met nog 5 collega’s , want zo hard groeide de school. Holtzer zocht ervaren onderwijzers voor de hoogste klassen. Klas 5 en 6. Nu groep 7 en 8.
Kees kwam in groep 8. Daar werd hij van veel kinderen de lievelingsmister. Kees kon heel erg goed met kinderen overweg. Hij vroeg van kinderen het mogelijke en niet het onmogelijke.
“Van een dubbeltje, maak je geen kwartje”. Maakt er dan maar een beter dubbeltje van.
Bij een proefwerk topografie was de vraag: Wat is de hoofdstad van Italië?, antwoordde een kind: “Venedig”. “Bijna goed”, zei Kees. Hij zei niet: ”Nee dat is fout”.
Zo was Kees.
Dat hij geliefd was, bleek als hij door Valkenstate liep en hij regelmatig werd begroet met :”Hé Mister Kees, hoe is ‘t”’
Uiteraard hoorde het schoolkamp bij groep 8. Jaren is Kees mee geweest en dat zorgde altijd voor veel plezier. Zelfs zijn zweetvoeten waren op het kamp berucht.
Op het kamp was zijn uitspraak:”Wa zou’t” bekend.
Na een aantal jaren ging Kees “uit” de groep. Hij werd adjunct directeur. Vervolgd met de directeursfunctie in Eersel (een logische stap volgens pastoor Van Gastel, als je een cursus management hebt gedaan).
Tenslotte kwam Kees op De Boogurt in Budel terecht. Een ook daar leerde ze Kees zijn humor.
Te laat bij een directeuren overleg?
Dan zei Kees: ”Afrit Gastel zat dicht”.
Kees was een onderwijsman in hart en nieren met heel veel liefde voor kinderen En dat alles overgoten met een dikke laag humor.
Alle anekdotes vertellen gaat niet, maar hier nog 2.
Kees valt van het podium in de rol van waarzegger. Klautert op en zegt: Dé wist ik al lang. Ik ben waarzegger.
En bij lotjes trekken voor sinterklaas, stond op ieder lotje ”KEES”.
De Fietsclub
Kees fietste al voor de fietsclub ontstond. Op eens vraagt hij tijdens de pauze op Schepelweyen of er niet meer liefhebbers voor het fietsen zijn. En Ja, hij krijgt er 3 zo gek. We gon fietsen!
Dat Ad nog met een gewone fiets aankomt en Mies zijn gewone schoenen aanheeft, mag de pret niet drukken. De fietsclub wordt uitgebreid met vrienden van vrienden, broer van… En dan is daar ineens DE VROLIJKE FIETSER. De fietsen worden beter, het tenue aangepast en het begint ergens op te lijken.
De ultieme uitdaging is Diekirch Valkenswaard. Dus er moet getraind worden.
’s Zondags om 9 uur bij Jonkers (nu het oude wandelpark).
Als dan Thom Jonkers uit het raam roept: " God bende gullie dé die smerges zoveul herrie maoken", wordt de startplaats verlegd naar het bankje bij de AMRO bank. Beter bekend als ’T BENKSKE.
“Merruge bij ’t benkste?” En iedereen wist dat er gefietst ging worden. Dat Kees altijd 3 minuten te laat kwam werd regel. We wachtten daar gewoon op.
Ja fietsen??? Tenminste als het niet regent, niet dreigt te regenen, het volgens buienradar droog blijft, niet te hard waait, er gisteren gin fistje is geweest.
Maar Kees was een echte fietser. DE MARMOTTE. De eerste keer lukte het niet: Het regende!
De tweede keer wel: Zilver. Prachtig
En natuurlijk de humor van Kees:
" Hans! groot blad, we gaan naar beneden". Hij wist dat we een klim voor de wielen hadden. Raden wie er op het asfalt lag?
Na zijn pensionering werd Kees lid van de denktank van de vereniging. Hij had immers toch tijd zat.
En zo regelde hij de nieuwe hoogte stage. Een initiatief van KEES.
De Denktank
Kees was niet alleen een gewaardeerd fietser van de fietsclub, hij was ook lid van de denktank. Als provisioneel overdrachtgever van kennis zat hij daar precies op zijn plaats.
Hij kon zijn kennis, waarheden en halve waarheden kwijt via de mail en tijdens de pauzes van de fietstochten of op hoogtestage in Luxemburg.
Dan gooide hij weer wat in de groep en dan gebeurde het dat iedereen elkaar aan keek en dacht: “meentie dat nou of ??” en naar Kees kijkend zag je zijn pretoogjes en een big smile op zijn gezicht van de verwarring die door zijn opmerking was ontstaan
Hij kende ook alle routes in Luxemburg. Ook de weg daar naar toe.
Om de file bij Maastricht te vermijden had Kees een alternatieve route.
Vertrek vanuit Valkenswaard en met 3 auto’s achter Kees aan.
Op een gegeven moment gaat hij van de snelweg af. Oké hier zal de alternatieve route wel beginnen.
Dorpje in dorpje uit……..waar zijn we toch? Totdat we in Valkenburg de Cauberg herkende, want die waren we eerder al verschillende keren met de fiets omhoog gegaan.
Met 3 auto’s achter elkaar de Cauberg op. “Nou is ie echt de weg kwijt”, was alom de mening.
Bij aankomst en Luxemburg werd Kees onder vuur genomen over zijn route en dat hij nou toch wel degelijk de weg kwijt was, want hoe kende anders over de Cauberg naar Luxemburg ?
"Och", zei Kees, "ik wilde jullie ook eens laten voelen hoe het is om met den auto de Cauberg op te rijden!”.
www.vrolijkefietser.nl