De Vrolijke Fietser

3wieler.jpg

Diekirch-Valkenswaard 2011


De voorbereidingen voor het weekend Diekirch ging dit jaar niet vooraf met een avondje afspreken om af te spreken, wat er allemaal afgesproken moest worden om dat weekend en met name de tocht terug op zaterdag, tot een succes te maken.
Nee, enkele mailtjes over en weer, waren al voldoende. Dat had natuurlijk ook te maken met de ervaring, die onze club heeft met de tocht der tochten. Nee .... Daar zat ‘t ‘m niet in. Het zat ‘m meer in het aantal deelnemers van onze club, die de aflevering van dit jaar zouden gebruiken om hun kunsten op het stalen ros te etaleren. Door omstandigheden was dat aantal gereduceerd tot een schamel tweetal. En het woord schamel slaat op het aantal, niet op dat tweetal, maar dat zal in de loop van dit verslag wel duidelijk worden. Dit duo ging onze opvallende oranje kleuren tonen o.a. aan de bewoners van een geheel nieuw gebied door Belgenland, de Amblève. Nou ja .... Dat gebied was niet nieuw .... Dat lag er al jaren .... Maar een groot stuk van de tocht ging dit jaar door een nieuw gebied voor de doorgewinterde Diekirchgangers. En dat begon eigenlijk al op vrijdag. Maar daarover later.
Een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. De Diekirchcaravan bestond dit jaar uit camperbestuurder Ad en bijrijder Mies, de afdeling volgmotoren bestond dit jaar uit Ronald. En dit illustere drietal is in staat gebleken om de renners der renners, Frans en Wil, te begeleiden, beter gezegd bij te houden.
Daar de restaurants, die wij in het verleden in Diekirch op de vrijdagavond hebben vereerd met een bezoekje, allemaal op de fles gegaan zijn, durfden we dit jaar niet "uit te gaan eten". Frans zorgde voor de saus, Ad voor de pasta, de sla en het toetje. En klaar was het avondmaal op vrijdag. Voor 's avonds zorgde Mies voor de alcoholische en de frisse versnaperingen, alsmede de knabbeltjes. Ronald sliep in zijn eigen tentje en Frans en Wil sliepen in een tent, die als podium twee op Lowlands niet zou misstaan. Iedereen en alles werd vervoerd in de camper en Ronald had voor de zekerheid 's morgens nog een nieuw regenpak gekocht. Dus ...op alles voorbereid, kon de tocht naar Diekirch beginnen.
In eerste instantie zouden we rond half drie vertrekken, maar dat tijdstip werd niet gehaald .... We vertrokken rond twee uur. Uitgezwaaid door de twee gezusters (afdeling Valkenswaard met kleinkind) en de als altijd vrolijke Ria, vertrok de meute richting Luxembourg. Ronald droeg toen zijn regenpak nog niet. De route liep niet via het filegevoelige Maastricht, maar via Hasselt. Ad had van te voren uitgeplozen hoe we vanuit Hasselt zo gericht mogelijk richting Luik konden reizen. Samen met de Tom Tom van Mies kwam alles goed. Ronald zwierf zo'n bietje rond onze camper; dan zagen we hem een tijdje niet, dan weer naast ons (had Mies net tijd genoeg om door het zijraam heen te proosten - het eerste flesje wijn was ontkurkt) , dan weer een stukske voor ons. Dan weer achter ons. Mies hield beurtelings de chauffeur en dan weer de twee sportfanaten gezelschap. Wil babbelde ronduit; Frans was zich al weer gestaag en behoedzaam geestelijk voor aan het bereiden op de dag van morgen. Hij voelde zijn eigen prima ... maar ja .... Dat was vorig jaar ook zo. En we weten wat voor helletocht het voor hem bleek te zijn. Aan het eten op vrijdagavond kon het dit jaar niet liggen; daar had ie zelf voor gezorgd.
De ruitenwissers zwiepten vrolijk van links naar rechts; en Ronald had ondertussen dubbele bekleding aan. Niet voor de kou .... Wel voor de regen. Onder het mom: " wat vandaag valt, valt morgen niet" hielden we de moed erin.
Afslag 15, wie immer, St-Vith ... shit ... bovenaan konden we niet rechtsaf richting Diekirch, maar gingen we linksaf. Op Ads gevoel (want mijn gevoel heeft niets met richting te maken) kwamen we er al gauw achter, dat we niet de goede kant opgingen. Toen ook nog Ronald voorop kwam rijden en ons maande te stoppen, besloten we na ampel overleg om rechtsomkeer te maken. De snelweg weer op en de volgende afslag te nemen. Ondertussen hadden Wil en Frans de kaart geraadpleegd; had Mies zijn Tom Tom ingesteld. Het gevolg was, dat we nu over wegen kwamen, waar onze coureurs de Diekirchroute in herkende: smal, overhangende takken; blij, dat we geen tegenliggers tegen kwamen, die tegen gingen liggen; avontuurlijke kon niet, maar de stand van de zon en de Tom Tom gaven aan dat we de goede richting in reden. Op een gegeven moment stonden we boven op "Thommerberg", voor insiders "de Maspelt". Daar sloegen we rechtsaf en Ad stuurde vakkundig zijn camper over het smalle, glibberige asfalt. Om een lang verhaal kort te maken. Na heel wat gekoiboi (gecowboyd) kwamen we weer op de doorgaande weg en bleek, dat we over zo'n slordige 15 km zo'n slordige 3 kwartier gedaan hadden.
Ik weet niet meer hoe laat we op de camping aankwamen; wat ik wel weet is, dat het ondertussen wel droog was geworden; dat het feest voor de wielrenners in volle gang was; dat we in het voorbijrijden Helmondse Christje zagen staan (zunne mond bewoog constant); dat we weer op ons plekske konden staan; dat Ronald z'n tentje in een mum van tijd en Frans en Wil hun festivaltent in twee mummen van tijd hadden staan; en dat we nog net een pilske of drie van de organisatie hadden kunnen verorberen. Dat moest ook niet meer zijn, want iedereen voelde, dat het bier niet goed viel. Na de slokdarm kwam een te groot gat ...... HONGER.
Ad en Frans verdwenen in de camper; wij (Ronald, Wil en Mies) bleven buiten op ons terras, het weer aan - en beschouwen, de dag van morgen overdenken, het weer inschattend. De blikskes Palm, Dommelsch en de droge witte wijn vonden gretig aftrek. Langzamerhand kropen we dichter bij elkaar; het hield op met zachtjes regenen.
Na de wielermaaltijd (pasta met FF-saus) en een overheerlijk toetje, werd er nog wat nagebabbeld. De regen was van dien aard, dat Ads luifel het niet meer hield en we langzamerhand beneveld raakte. De conversatie werd voorgezet op hoger niveau .... We gingen in de camper zitten.
Zo links en rechts ontsnapten wat gapen aan openstaande monden, een merendeel van de aanwezigen trok uiteindelijk de conclusie, dat de beste plek om de avond voort te zetten, de slaapplek was. Normaal wordt in de Diekirchnacht om 5.00 uur opgestaan. Wij schatten in, dat we konden uitslapen tot 5.30 uur. Om nou om zes uur aan de start in de regen te gaan staan .... Het was veul slimmer om om half zeven aan de start in de regen te gaan staan.
Na het blazen van de legen ..... eh ..... het legen van de blazen ( dat duurt tegenwoordig wat langer bij mannen van onze leeftijd), het poetsen van de tanden en het innemen van diverse pillen werd het stil rondom de camper. Het kletterde onophoudelijk op het strakke dak van de Dethleff en het canvas van beide tenten .... En dat zou de hele nacht zo blijven. Het monotone geluid van de gestaag neerdalende regen werd midden in de nacht onderbroken door een keiharde, van diepkomende kreet: "KOPPEN DICHT, STELLETJE ASO'S". Terwijl ik bij "koppen dicht" rechtop in mijn bed zat, meende ik bij "stelletje Aso's" het timbre van de stem van Wil te ontdekken. En als die zo koad wordt, dan is het terecht ook.
Tegen kwart over vijf werd "de camper" wakker; bij Ronald hoorden we het al rommelen. Ad zorgde, dat de camper ontbijtklaar werd en bij het naar buiten gaan om te gaan wassen, werden we opgeschrikt door een standbeeldachtig tafereel. Ronald zat al klaar met motorpak en al in een tuinstoel onder de luifel. "Goede morgen, jongen".
De krentenbollen, gewone broodjes (wit en bruin), gekookte eier en heerlijk geurende koffie (niks te senseo, niks te George Clooney-café, ... nee, gewone lekkere mi gekokt watter opgegoten Zilbergse filterkoffie) vonden gretig aftrek. Wil en Frans begonnen de normale Diekirchhandelingen te doen: Een bietje zinnuwechtig ronddrentelen, fiets van de imperial vatten, bandjes controleren, startnummer vastmaken, drinken maken, wat gaan we de eerste uren meenemen als fourage, nog gauw unne keer sassen en nondeju, wa zou'k gèr unne keer schijten, maar dè lukt nie meer. En ondertussen bleef het maar regenen. Nie hard, maar wel gestaag en ... doar worde ook nat van.
Rond half zeven gingen we richting de start en wonderwel ... het was droog. Nog effe gekeken of de neven van Gogh er waren, nee dus. De enige bekenden, die we zagen waren good old Leo van Gestel en good weight Paul Paayens. Om klokslag 7.00 uur klonk het traditionele startschot; tien minuten later kwamen onze jongens voorbij. Succes mannen en houd het droog. NIET DUS.
Ronald nam direct zijn taak serieus en bleef in de buurt van Frans en Wil. Ad en Mies gingen het campement opbreken. Ondertussen was het weer gaan miezeren; de tent van Frans en Wil werd vakkundig, dus snel, neergehaald, "nat en al" in plastic gewikkeld en nat boven in de camper gefl ... gelegd. Tussen het opbreken door kwam de buurman informeren, hoe de coördinaatpunten in zijn TomTom ingevoerd moesten worden. Het was unne nieuwe TomTom, maar de N van noorden kon ie nog vinden, maar de O van Oost, die kon ie nie vinden. En op de Diekirch route-beschrijving stonden alleen maar N en O-coördinaten. Hij kon alleen maar een E invullen. Nee, op mijnne oude, nooit ge-updaten TomTom stond ook geen O. Onder "ik kan oe echt nie helpen" en denkende "ik kijk straks onderweg wel effe, dan heb ik tijd zat" namen we afscheid van onze buren.
Later kwam ik erachter dat de E staat voor East. Ginne wonder, dat we de O van Oost niet konden vinden. Ik schoot in munne lach en ik schaam me er niks vur. As ge nie mir um oe eigen stommiteit kent lachen, dan eh, dan eh, neemde oe eigen veul te serieus.
Op weg naar St.-Vith met de camper konden de ruitenwisser het bijna niet bijhouden. Zo nu en dan keken we rechts de verte in: grijs, donker en vol zware regenwolken. "De renners kregen te maken met hevige buien, harde windstoten en sommigen zelfs met hagel" (citaat uit de Kempener Koerier). "De tocht voerde de renners van Diekirch via de Eifel naar het Ardennegebied". Ook van deze kant kregen we te maken met een grote omleiding via Vielsalm. Op het kaartje maakten we wel een hele grote lus. Later bleek, dat sommige begeleiders met auto ook nog in Dasbourg en op de Maspelt de renners hadden gezien. Die hadden zich duidelijk niet aan de regels gehouden. Met ons reden nog meer Nederlanders de omleiding. We hoefden niet op de kaart te kijken en Miep op de TomTom adviseerde ons steeds om te keren. We hoefden alleen te volgen. We kwamen tijdig aan in St.-Vith en stonden vrij ver na de stempelpost, zoals afgesproken. Ad zorgde voor geurige koffie en had intussen de traditionele appeltaart in vijven gesneden. De banken in de camper waren afgedekt met handdoeken. Die had Ad in overvloed. Alles bijvullen, effe die natte regenjas uit ... droge kleren aan ... dat had geen nut. Het bleef hozen.
De renner vervolgden hun weg "via Stavelot door het gebied van Amblève, via Stoumont en Sougné naar het plaatsje Cornémont". De tweede stop, de parkeerplaats bij La Gileppe is vervangen door een parkeerplaats op een groot industrieterrein. We waren ruim op tijd, Ad zette de camper recht op de T-splitsing, dus we konden de renners op ons af zien komen. Als we rechts uit de camper door het raam keken, zagen we een prachtig in de zon liggend Ardenner dal. Keken we links door het raam, in de richting waar de renners vandaan kwamen, dan keek je tegen een gitzwarte lucht aan. Op ongeveer de helft van de tocht is het tijd voor soep; lekkere, dikke, goed gevulde tomatensoep. Frans en Wil bekijkend hadden die veel weg van Stamsnijder en Groenendaal, maar die reden in een hele andere tak van wielersport. Om nog maar te zwijgen van Ronald; hij en zijn motor begonnen aardig op een motorcrosser te lijken. En de voorspellingen beloofden niet veel goeds.
"Via Fléron, St.Remy en Haccourt werd de derde controlepost bereikt in het plaatsje Herderen". De Hallembay werd met gepaste inspanning gedaan. Die gepaste inspanning hadden wij met de camper ook nodig. We kwamen niet meer weg, door de steile helling spinde de voorwielen, maar met Ronald achter het stuur en doordat andere begeleiders meeduwden (4 man sterk) konden we de camper de weg opkrijgen. Natuurlijk wel uitgekeken, dat we de renners niet hinderden.
Langzamerhand sijpelden bij ons de cijfers binnen. Meer dan 1000 man gestart; wij zagen op de controleposten heel veel renners stoppen: vermoeid, doorweekt en koud tot op het bot. En onze twee jongens .... Zij ploegden voort .... Trokken geen droge kleren aan, dat had toch geen zin. Zochten een goeie bus op en vervolgden hun weg naar Bocholt. Hier werd het thuisfront ingelicht over het verwachte tijdstip van arrivé op de Mert.
Rond 19.00 uur was het zover. Dat lijkt weinig anders dan ander jaren, maar de prestatie van Frans en Wil moeten wel in andere perspectieven en relatieven gezien worden.
Van de ruim 1000 deelnemers zijn er ruim 250 afgestapt. Toen Frans en Wil hun medaille omgehangen kregen, moest nog meer dan de helft binnen komen. Het tijdstip van sluiten van de finish werd verlegd van 20.00 naar 21.30 uur. Maar vooral het tijdstip, waarop normaal de eerste binnenkomen (rond 14.00 uur) en het tijdstip, waarop in deze editie de eerste binnenkwamen(15.20 uur) geeft de zwaarte van de tocht aan en de grootsheid van de prestaties van onze twee helden. Frans en Wil .... Petje, ... nee Pet af voor jullie prestatie. Met recht hebben jullie de eer van onze vereniging hoog gehouden.
Van de nazit op het terras van het Zwaantje werd deze keer intensief, maar niet zo lang genoten. We snakten allemaal naar iets warms .... Of het nou een warme douche of een lekker heet bord frites was, dat maakte niet uit ... als het maar warm was.
Vrolijke Fietser Mies



terug

foto's

IMG_2130_1.jpg IMG_2136_1.jpg IMG_2137_1.jpg IMG_2140_1.jpg IMG_2141_1.jpg IMG_2143_1.jpg IMG_2154_1.jpg IMG_2162_1.jpg IMG_2164 (2)_1.jpg IMG_2168_2.jpg IMG_2175_1.jpg IMG_2176_2.jpg IMG_2183_1.jpg IMG_2184_1.jpg IMG_2185_1.jpg IMG_2197_1.jpg IMG_2199_1.jpg IMG_2200_1.jpg IMG_2201_1.jpg IMG_2219_2.jpg IMG_2372klein .jpg