Tocht der tochten … eindelijk
Geen ijzige wind, geen gevoelstemperatuur van min 25, zoals vorig jaar. Geen windvlagen tegen de ramen, geen zwiepende takken en gevaarlijk overhellende boompartijen, zoals twee weken geleden. Op zaterdag 3 februari was het een zonnige, bijna lentedag van 12 graden (boven nul wel te verstaan) Dat beloofde wat voor morgen.
Na de kater van de nederlaag van PSV even weggespoeld te hebben met enkele pilskes op een verjaardagfeestje bij bevriende Aalstenaren, ben ik rond middernacht al naar huis gegaan. Fiets in de kamer, drinken klaarmaken, een paar koeken klaarleggen ( niet te veul ….. er moet nog plaats overblijven voor de beroemde “Moeder-School-erwtensoep”), het wielertenue bij elkaar zoeken. De serieuze voorbereiding is begonnen….
Op tijd op, shit …. Ben ik klaar, helemaal strak in het pak, moet ik … jawel. Als ik nou nog maar op tijd kom. In de buurt van de Lentenier word ik achterop gereden door Kees, Ziede nou wel ….. ben ik toch te laat, want as ge tegelijk met Kees aankomt ..... maar nee hoor, keurig 1 minuut voor negen stonden we op de uitrit van Ad. Boven in de slaapkamer brandde nog geen licht; Ria zal toch wel weer ……. (daarover later meer).
Depot Asten was er(weer) niet; ook nu weer met geldige reden. Voor een gezinsverrassing moet alles wijken, zelfs de “Schooltjestocht”.
“Kom, laoten we mar gaon” , klinkt het echo-end in de nog lege Lentenier. Traditiegetrouw rijdt Ad voorop, tempo bepalen, steeds achteromkijken en controleren of iedereen nog volgt. We dachten, dat hij ook dit jaar weer rondom Valkenswaard zou blijven, daar weet ie echt alle heggen en steggen.
Maar nee ….. het werd een ware verrassingstocht. Met fietsen over dreven, waar lekker tempo gemaakt kon worden. Stukken over overzichtelijke bospaden, waar we de “nieuwelingen” waarschuwde voor uit stekende boomwortels. Een geweldig mooi stuk bos met veel bochten, waar het bochtenwerk geoefend kon worden. Regelmatig kreeg Ad te horen: “Ad, waor zen we nou eigeluk” . We kenden ons niet terug.
Allengs kregen we in de gaten dat we richting Soerheeze reden, om precies te zijn richting kasteeltje Cranendonck, waar op de brink, midden in het gehucht de picknicktafel reeds gedekt was: koffie, thee, chocolademelk en de onafscheidelijke appeltaart. Alles, naar wens, voorzien van slagroom.
Hoewel het zeer goed toeven was, werden enkelen van ons onrustig (of kregen het koud), en vervolgden we onze weg. Niet voordat we Ria hadden bedankt voor haar geweldige inbreng. Onze complimenten werden op de voor haar bekende manier weggewimpeld. Haar volgende zorg was nu … hoe kom ik in hemelsnaam weer goed thuis.
De tocht was door Ad tot in de puntjes voorbereid; we kregen van hem aanwijzingen, die we in het begin nog niet op waarde konden schatten. Houd ie ons voor de gek, wil ie ons gek maken, meent ie het of meent ie het niet. Feit was wel, dat hij ons adviseerde klein te schakelen en de vaart erin te houden. Het moet gezegd worden …. Hij ging ons wel voor. We doorkliefden een soort ven, water tot aan de wielassen, de grond opvallend stevig, alleen waren beide handen aan het stuur nodig, terwijl een hand om je neus dicht te knijpen geen overbodige luxe was. Dedju, wanne mooslucht. Ad zag, met de voor hem bekende grijns op z’n gezicht, dat het goed was en verder ging het. Nog meer ontberingen tegemoet.
De tocht voer ons over smalle modderpaden, langs gevaarlijk uitziende sloten. Het vergde heel wat stuurmanskunst om op de fiets en op de pedalen te blijven. Temeer, omdat de stugge blub langzaamaan het profiel op de banden deed vollopen, waardoor er geen grip meer was. Toch bereikte iedereen d’n harde weg, waar, hoe kan dat nou , Ria stond te wachten. Nou alweer koffie ? Nee, deze keer stond ze daar om de eventueel onvrijwillige zwemmers van een nieuw tenue te voorzien. Over voorbereiding en begeleiding gesproken. Overal was aan gedacht.
Via Gastel, de bossen tussen Gastel en de Achelse Kluis, mooie natuurgebieden, waar zelfs een bereidwillige wandelaarster een poort voor ons peloton openhield, en wederom een stukske Malpie, kwamen we steeds dichter bij het ultieme doel van deze dag. De Zeelberg, om preciezer te zijn … het huis van Moeder (zeg maar Cor) School.
De gevarieerde grondsoorten hadden hun tol ge-eist; daarom leek de schuur van Moeder (zeg maar Cor) School wel op een scène uit Sneeuwwitje. Alleen lagen er nu geen zeven jasjes, stonden er geen zeven modderige schoentjes, zeven helmkes, maar van elk …acht. Nee, mi al diejen modder …. Daar waagden we de keuken van Cor (het valt niet mee om dat te zeggen) niet aan.
Nadat Gerard omgedoopt was tot “gij bent er net inne van van Kuijk” kwam de soeppan binnen en werd het stil. Soep, zoals ge nog maar zelden pruuft, stond klaar om door ons gegeten te worden. Na de soep was het tijd voor het officiële gedeelte. Het heeft onze voorzitter behaagd om (met instemming van alle leden van onze fietsclub) Moeder (zeg maar Cor) School te benoemen tot erelid. Waarachtig niet zomaar een titel. De bijbehorende ingelijste oorkonde en grootformaat foto-in-wissellijst van ons werden door onze voorzitter aan Cor overhandigd. Natuurlijk werden de giften ondersteund met een decibelrijke, complimenteuze speech van onze VVHL. Het liet de feesteling en enkelen van ons niet ongeroerd.
Dit moest gevierd worden. En ook daar hadden moeder en Ad aan gedacht. Naast een krat Dommelsch kwamen er eigengemaakte worstenbroodjes en stevige krentenbollen op tafel. Natuurlijk werd er veel gelachen, (wat gevoel voor humor betreft, past ons erelid precies bij ons) maar er was ook tijd voor een belangrijke beslissing. Het weekend van de 17
e juni blijkt nog het enige weekend te zijn, waarop iedereen beschikbaar is voor onze hoogtestage. (Frans ook ??).
Moe, voldaan en de magen goed gevuld werd moeder School bedankt voor haar bijdrage aan deze prachtige zondagmorgen en in het verlaten van de keuken werd nog vlug de familiefoto verwisseld voor onze clubfoto. Die heeft nu voor minstens een week een prominente plaats in een Zeelbergse keuken.
Ad, Ria en Cor (ja, ze wil zo aangesproken worden) School. Hartstikke bedankt voor jullie gedane moeite. Het wordt hooglijk gewaardeerd. Enne, tradities moeten in stand gehouden worden. Dus … tot volgend jaar.
PS:
Nie naor beneje kijken en … PSV wordt toch kampioen.
terug