De Vrolijke Fietser

S3600556.jpg

Diekirch-Valkenswaard 2007

CLIMAX SEIZOEN 2007- moeder der toertochten

Voorwoord:
Hier doedut toch uiteindelijk allemaal voor. 
Hiervoor spinde het hele winterseizoen, zodat de turbodijen tegen de wind-in en bergop zijn werk kunnen doen (Frans).
Hiervoor probeerde direct na de ambtenarenloop de wielertrainingsachterstand met rasse schreden in te halen (Mies).
Hiervoor toerde  naar Lourdes om in wereldconditie (letterlijk) fluitend “Diekirch” te fietsen (Ad).
Hiervoor neemde een snipperdag om oe dochter te steunen in haar voorbereiding en samen met  haar en een aantal vrolijke fietsers de Mergellandroute te fietsen (Ben). Hiervoor klimde direct na het voetbalseizoen op de renfiets en doede, terwijl ge van buiten nog nat bent van de tocht en van binnen nog nat bent van Dommelen Kermis, op de laatste zondag van augustus de kicksen weer an om vooral in algehele conditie te blijven (Gerard).
Hiervoor stade toch op zondagmorgen om zeven uur op om dat je nou eenmaal hebt afgesproken 185 km in Bels te gaan fietsen, terwijl ge ’s nachts om 4 uur pas in bed rolt na een feest in het Westen des lands ( Wil).
Hiervoor gade, omdat het trainingsprogramma tijdens de vakantie vanwege een blessure niet afgewerkt kon worden, maar met de motor. Want ge wilt er  hoe-dan-ook bij zijn (Hans).
Hiervoor komde rond de tijd dè ge oe maten verwacht naar de mert om ze te onthalen. D’n inne schat de prestaties van die maten op waarde (Thom); d’n andere komt ietwat te laat, zeggende dat hij de tocht niet met twee vingers, maar met de hele hand in de neus  uitgereden zou hebben (Kees).
Hiervoor regelde een bus bij oewen baos, zodat onze fietsen en andere bagage droog aankomen, er twee slaapplaatsen zijn, en op zaterdag we overzichtelijk onze kledingtassen en koelboxen “aankunnen”. Van d’n andere kant …. Gaode ok gewoon gèr mee en vindet schitterend om mee te maken(Ronald).
Hiervoor regelde bij oewe zoon een camper met zes slaapplaatsen, met stromend water en een zeer koele koelkast,  zodat Frans z’n uitspraak van vorig jaar: “Ik goi noit mir in un tèènt” ineens waarheid wordt ( Ad van Ben).

Voorbereiding:
De vele zondagmorgens, vertrek bij Listers. De facultatieve trainingsrondjes op woensdag. De hoogte stage in Michelau. De trainingsweek in Limburg. De monsterritten in België (185 km) en v.v. Berg en Dal (225 km). En niet te vergeten de evaluatieve bijeenkomsten op het terras van Old Dutch op diverse zondagen. Al deze ingrediënten hebben er ook dit jaar weer voor gezorgd,  dat de Diekirch-pap ook dit jaar goed smaakte.
Na de bijeenkomst op maandagavond in de week vooraf, waarin allerlei organisatorische afspraken gemaakt werden, was het duidelijk. Niets, maar dan ook niets stond een succesvolle Diekirch-Valkenswaard 2007 nog in de weg. Iedereen in puike conditie met als uitschieters Ad (kilo’s haar lichter) en Mies (kilo’s vet lichter). Via een mail werden we op de hoogte gebracht van de afspraken, die we gemaakt hadden, want zo vrijblijvend is het ook weer niet. Slaapplaatsen: vijf in de camper; twee in de bestelbus en twee echte mannen in de tent. Ontbijt en wielereten: ieder voor zich. Kippenboutjes: Gerard. Appeltaart in St.Vith: Frans. Bier: Ronald. Soep, fris, bier, koffie, haring (met of zonder uitjes) en alles wa ge mar kunt bedenken … daar zorgde Ben en Ad voor. Verder waarde de geest van Janny ook rond in de vorm van slaatjes, kaasjes, worstjes en pittige gehaktballetjes.

Vrijdag:
Op vrijdag rond één uur zouden we verzamelen bij Wil. Zoals het een vrolijke fietser betaamt, was iedereen op tijd. Na de laatste koffie bij Wil en na afscheid te hebben genomen van “ons Rietje” (die nog gauw dingen kwam brengen, die Ad anders vergeten zou zijn), van Fieke, van onze sponsoren en niet te vergeten, onze mascotte Imo zetten we koers richting Diekirch. De weersverwachtingen voorspelden veel goeds. Veel zon.  Op zaterdag: begin met mist, maar later opklaringen, rond de 23 graden met een zwakke noordwesten wind (wel wind tegen … dus).
In de camper werden de eerste blikjes ontnippeld en Ad zou Ad niet zijn, als hij geen stok kaarten bij zich had. Even later hoorden we van Wil, dat diezelfde Ad na verloop van tijd op de schouder van Frans in slaap sukkelde. Ja, dat kan allemaal in de camper. Ondertussen vlogen de mannen in de bestelbus met 140 km per uur over de Waalse snelwegen. Even  na afslag St.Vith werd een korte “Kempenhof-stop” (compleet met klapstoel in de berm en hard gekookt eitje met zout)  ingelast; anders zouden we te ver uit elkaar vallen.
We troffen elkaar op de mert in Diekirch; Ben en Wil waren het diner al aan het bespreken. Iedereen wilde snel naar de camping, want gezien het weer, konden we snel gaan genieten op ons eigen terras. Geen vijf, maar “maar” één tent moest opgezet worden. De fietsen werden droog buiten gestald, zodat Hans en Ronald hun slaapplaatsen konden creëren en in no time was het slaaphotel op wielen in gereedheid gebracht. Ondertussen hadden Ad van Ben en Ben van Ad de luifel van de camper uitgetrokken, werd de tafel in het midden gezet en werden er negen stoelen omheen gedrapeerd, Negen ja, want motor-Hans was intussen gearriveerd.
Stonden we vorig jaar met een hoge rug van de kou onder een door Ronald met een dekzeil gevormde beschutting tegen heug en meug een blikske Dommelsch naar binnen te proppen, nadat we in de regen de tenten hadden opgezet. Nu kropen we bij elkaar onder de luifel van de camper om beschut te zitten tegen de felle zon. De blikjes Dommelsch en Palm en de halve liters van Ronald vonden gretig aftrek en haringen met of zonder ui gleden soepeltjes naar binnen.  Onze groep overziend schoot me een gezegde van onze vadder te binnen: “Wie z’n eigen nie  kietelt, lacht nooit”. Er werd wir veul gelachen, om de onvergetelijke moppen van Ben en om, en om, en om …. Ja eigenlijk om niets. Maar gelachen werd er.
Om zeven uur zetten we koers naar ons restaurant. Daar werd de nodige spaghetti en ander spul genuttigd. Ook hierbij dachten we aan de inspanning van de volgende dag. Omdat Wil zo lekker vroeg besproken had, waren we als één van de eerste bij de receptie in het cultureel centrum. Zonder arrogant over te komen, kan hendig gesteld worden, dat het maar goed was dat wij er waren, anders was er helemaal niets te doen. Dit evenement moet een kwaliteitsimpuls hebben, want het wordt met het jaar minder. Nadat onze club gretig converseerde met het “Grôt van Valkenswirt” (o.a. wethouders Buiter en Wijnen)  en na de nodige plaatselijke gele rakkers en wat franse sinasappelsap, werd het tijd om de rest een goed voorbeeld te geven.  We gingen naar huis dus.
Bij de camper aangekomen namen we nog een afzakkertje, waarna de eersten de eerste stappen deden in droomland. De opvallendste  slaapplaats in de camper had Frans. Als ge van buiten af het deurtje opendeed, leek het verrekte veul op een inschuifoven van het crematorium. In tegenstelling tot de beelden, die dat oproept, heeft Frans die nacht op een of ander manier kou gevat of in d’n trek gelegen. De nachtrust bepaalde namelijk een groot deel van zijn fietswelzijn op zaterdag. En die was aanvankelijk niet best.
Maar we lopen vooruit.  De nachtrust van vijf uren werd onderbroken door de ingecalculeerde onderbreking, waar de meeste mannen van boven de vijftig last van hebben (juist ja …. Het legen van de blaas). Maar ook door een paar aso’s, die ’s nachts tegen half vier luid lallend de camping op kwamen en zelfs op ons kampement Frans in  z’n Dela-laai wilde bezichtigen. ( “Hé, hier slaopt er inne in de bagageruimte”.) Van deez lui hebben we nog minstens een kwartier “genoten” voordat ze stil waren. Waarschijnlijk waren het geen fietsers.

Zaterdag:
’s Morgens de gebruikelijke taferelen.  Hoewel hij niet hoefde te fietsen, was Hans weer d’n urste van allemaal. En d’n ongedurigste van allemaal. Het ontbijt werd genuttigd, deels buiten onder de luifel; deels in de camper, waar onder het genot van de senseo-geur,  een dampend kopje koffie je het idee gaf, dat je je bevond in een vijfsterrenhotel. Alle handelingen verliepen routinematig. Niemand fietste Diekirch voor de eerste keer. Ondertussen hadden Ronald en Hans het tentje van Gerard al afgebroken (ongevraagd … hé, dan hedde maten of nie dan). Frans was opmerkelijk stil, maar dat was ie elk jaar. Wat ons zorgde baarde, was het feit, dat ie niet (al dan niet gemaakt) mopperde. Dat had  een voorteken moeten zijn.

Om tien voor half zeven voegden we ons tussen de rest van Diekirch 2007. 1300 in getal. Allemaal met een gezond strak koppie; hoe dichter bij de klok van zeven uur,  hoe dichter we in mekaar schoven en de voorbandjes in oe kuiten priemden. “KNAL” strak zeven uur, onder luid gejuich tikten de stempelapparaten de eerste deelnemers weg.  Wij trapten  om 7.10 uur onze schoenen in onze klikkers.
Tot de eerste post in St. Vith is het veel klimwerk met als hoogtepunten de klim naar, door en na Dasbourg en natuurlijk de Thommerberg( in onze kringen de Maspelt genoemd), die daarna nog lekker doortrekt. Vlak voor St.Vith moeten ook nog wat stijgingspercentages overwonnen worden.  De stelregel is: Ieder zijn eigen tempo, forceren is niet goed, maar onder je kunnen klimmen … dan klinkt misschien gek, maar daar worde hartstikke muug van.

Gerard kwam als eerste in St. Vith. De rest kwam redelijk na elkaar binnen. Frans had wat zware bovenbenen met, bij extra inspanning, krampaanvallen. Hij moest dus zuinig en geknepen fietsend de heuvels op. Erg voor Frans, maar fijn voor Mies. Want ondanks de 10 kilo minder in vergelijk met vorig jaar, blijft klimmen voor hem een hels karwei. Wat soepeler dan vorig jaar werden de hordes genomen; hij was blij, dat Frans (ongewild)  in de buurt was. Ad en Wil doen gewoon wat ze moeten doen. Houden wat in, fietsen wat door en in geval van Ad had ie tijd om te sms ‘en met twee van zijn Lourdesgangers, die ook van de partij waren.
We hadden ons voorgenomen minder tijd te besteden bij de controleposten. Dus na luttele minuten van: eten bijvullen en Frans z’n appeltaart naar binnen werken, werden de jacks in de bestelbus gegooid en ging het “mi blote erms” onder een stralende zon richting 10 km verder dan La Gileppe. Die traditionele controlepost lieten we deze keer letterlijk rechts liggen en na de beruchte lange valsplatbeklimming van de Baraque Michel en de 11 km lange afdaling naar Jalhay konden we genieten van ons welverdiende kopje tomatensoep, kippenboutjes en slaatjes van onze fourageurs. Wa’n genot als ge mi unne gloeiende kop de camper in kan lopen en diezelfde kop onder een kraan met stromend water kunt blussen. Echt gebeurd ….  In onze camper “Suntravel” genaamd.
De volgende stop was Helderen, zeg maar Riemst en deze etappe was met name vorig jaar een hel. 70 km met weer veul klimmen en heel veul vals plat. Dit jaar viel dat echt mee.  Om en nabij 45 km, wel wat klimmetjes, maar goed te doen. We begonnen ons te realiseren, dat Wim Kemps zich dit jaar aan de afstanden had gehouden. Al rekenend kwamen we tot de conclusie, dat dit jaar de tocht  de afgesproken 250 km was.
Hadden we tot nu toe de tocht ( de teller stond op 170 km)  eigenlijk individueel afgelegd (in een “bus” rijden is met al dat geklim niet mogelijk) ; nu was het zaak niet alleen elkaar op te zoeken, maar zo vlug mogelijk in een bus terecht te komen, met hetzelfde vermogen als onze vrolijke fietsers. En die vonden we; met een constante snelheid van tussen de 32 en 35 km raasden we richting Bree, langs het kanaal voorbij Bree, richting de laatste stop in Bocholt (224 km).
De horloges stonden op dit moment op 17.10 uur. Het thuisfront werd op de hoogte gebracht van de geschatte aankomsttijd rond 18.45 uur. Er werd nog  wat gerelaxed op het terras voor de camper. Eten en drinken bijgevuld. Links en rechts wat kuiten gesmeerd, over “zere konten” gewreven en nekken losgeschud.  De kilometers gingen tellen; niet zo zeer wat betreft longcapaciteit, maar meer de vitaliteit van bepaalde spieren.
Met het idee, dat we het ook dit jaar weer mi z’n allen (fietsers en begeleiders) zouden klaren, en wellicht in een recordtijd, begonnen we aan de laatste etappe. Zo gauw als ge Zoerik binnenkomt krijg je de eerste toejuichingen van langs de kant zittende supporters.  Dat doet je echt goed. In Leende, net na de brug, zit meestal een hele grote groep, die je de laatste adrenaline-injectie geeft richting Jagershorst. Wanneer je dan het  bord  5 km bij “de Clown” ziet staan, dan weet je dat die borden van  2 km en 1500 m er ook zo zijn.

De vrolijke fietsers lieten zich wat terug zakken. Zij, samen met geletruidrager Piet, wilden duidelijk afgescheiden van de rest Valkenswaard binnenrijden.
Of je dit nou de tweede, vierde, achtste, elfde of vijftiende keer meemaakt …  het blijft een kippenvelervaring. Onder een haag van toeschouwers en onder gejuich van de familie breng je de tocht tot een goed einde.  Podium op, café in, medaille ophalen, gekust worden door het thuisfront en daarna nog maar één gedachte. Zitten en kunnen bijten in unne vette  trappist. En zo geschiedde … het was nog lang onrustig bij “het Zwaantje”. Ronald had ondertussen zijn bestelwagen al geleegd in Wils garage.
Niemand heeft het er nog over gehad, maar bij deze ….. volgend jaar weer. Zo’n gevoel van samen naar iets toewerken en samen iets volbrengen  met de onnavolgbare steun van onze begeleiders  en het thuisfront … zo’n gevoel wordt met het jaar intenser en  van zo’n gevoel kunde niet genoeg krijgen. De vrolijke fietsers worden er elk jaar vrolijker van.





 



terug

foto's

DSC01629 (Medium)_2.jpg DSC01643 (Medium)_2.jpg DSC01641 (Medium)_2.jpg RIMG0584 (Medium)_1.jpg DSC01656 (Medium)_2.jpg DSC01661 (Medium)_2.jpg RIMG0604 (Medium)_2.jpg RIMG0612 (Medium)_2.jpg RIMG0621 (Medium)_2.jpg DSC01677 (Medium)_3.jpg